Historisch verhaal uit de eerste helft van de 17e eeuw over Kleine Sneeuwveer, het Indiaanse meisje Pocahontas, dat hield van haar eigen volk en van de blanken en daarmee onbedoeld meehielp aan de ondergang van de Indianen.
In : Buiten : geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd : 28 (1934), 388-390
Marcus Pauwels, de veertienjarige zoon van een kuiper, voelt niets voor het vak van zijn vader, maar wil naar zee. Hij krijgt daarvoor geen toestemming van zijn ouders, totdat oom Jannus komt en zijn ouders weet te overtuigen. Onder hoede van oom Jannus maakt Marcus als scheepsjongen zijn eerste reis op walvisvaarder de Groenland naar Spitsbergen mee. Jannes is één van de zeven mannen, die daar onder leiding van de harpoenier Seghers zal overwinteren om de Nederlandse traankokerijen tegen plundering door buitenlanders te beschermen. De Groenland vergaat in een storm, maar Jannes en Marcus worden gered. Oom Jannes is echter zwaar gewond geraakt en Marcus belooft zijn stervende oom daarom, dat hij zijn plaats zal innemen op Spitsbergen. In de zomermaanden werkt Marcus bij de traankokerijen en helpt hij met het in orde brengen van het winterverblijf. Als in augustus de schepen vertrekken, blijft hij met de zes andere mannen achter. Ondanks de kou en ontberingen zijn ze allen gezond, als in april de eerste schepen terugkomen. In september komt Marcus, gerijpt door zijn ervaringen, weer thuis
Het leven van de 15e eeuwse Incaboeren in het Andesgebergte is zwaar en de mensen zijn er arm. Een kanaal dat de akkers kan bevloeien zou een uitkomst zijn en daarom vraagt Tipa aan keizer Pachacutec, in ruil voor haar weefwerk, een kanaal voor haar dorp.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.