"Een geremasterde 3-cd clamshell boxset;The Harvest Albums 1975-1978.Soft Machine tekende in 1974 een licentieovereenkomst met EMI's "Progressive" label, Harvest Records.In de daaropvolgende drie jaar zou het label nog twee studioalbums en een livealbum opnemen."Bundles" was het eerste album.Het getoonde gitaarspel van Allan Holdsworths luidde een nieuw hoofdstuk in voor de band.De release oogstte veel lof.Tegen de tijd dat "Softs" werd opgenomen, had Holdsworth de groep verlaten.Het album was tevens de laatste verschijning op een Soft Machine album van Mike Ratledge, wiens synthesizer bijdroeg aan de nummers Ban-Ban Caliban en Song of Aeolus. Soft Machine's laatste album voor Harvest was de klassieke live-plaat "Alive and Well Recorded In Paris" uit 1978.Het album was het resultaat van verschillende avonden met uitstekende concerten in het Le Palace Theatre in Monmartre, Parijs in juli 1977. The Harvest Albums 1975 – 1978 bevat deze klassieke albums, samen met een speciale poster"(Rough Trade)
"They were in the middle of a ten-date fall tour of Britain, performing mainly at university venues (this CD was recorded at Nottingham University), and their set featured numbers from both the Holdsworth showcase Bundles and the yet to be released Softs....If you're a fan of the group's early psychedelic pop and despise anything that smacks of "fusion," then British Tour '75 is probably not for you. If, however, you are open to the idea that the latter-period Softs might have brought something unique and idiosyncratically Soft Machine-ish to the fusion table, then you might just find a high level of enjoyment here." (AllMusic)
55 jaar na de oprichting bestaat dit Canterbury-instituut, vele bezettingswisselingen en tussenstops later nog steeds. “Other Doors” markeert het afscheid van twee inmiddels de 80 gepasseerde oudgedienden. Bassist Roy Babbington doet nog maar op twee nummers mee. Zijn vervanger Fred Thelonious Baker speelde al in diverse groepen van huidig Soft Machine-gitarist John Etheridge. Drummer John Marshall speelt nog wel het gehele album mee, maar is intussen vervangen door Asaf Sirkis. Wat opvalt is dat twee SM-klassiekers een nieuwe interpretatie krijgen en dat veel kortere stukken nogal schetsmatig van karakter zijn. De manier waarop ze gelinkt zijn laat ze aanvoelen als onderdeel van lange improvisatiesessies. De meer gecomponeerde, langere stukken beklijven nog het meest. Zoals Theo Travis' “Back In Season”, rond een herhaalde pianothema dat een hypnotiserende carrouselbeweging creëert. Het meeslepende samenspel van Travis (op fluit) en Etheridge, vol psychedelische echo-effecten, maakt dit een albumhoogtepunt.
"Dit achtste album van de roemruchte groep was de eerste voor het progressieve rocklabel Harvest en teven introduceerde de band de gitaar voor het eerst op een officiële uitgave. Karl Jenkins, sinds "Six" de vervanger van Elton Dean, voelde zich meer arrangeur en begeleidend toetsenist dan solist op blaasinstrumenten en wilde daarom een medesolist naast zichzelf en oerlid/toetsenist Mike Ratledge. Na een optreden met Gary Boyle werd Allan Holdsworth uitgenodigd en volgend op o.a. een concert op Montreux Jazz verscheen in 1975 "Bundles". Met de komst van virtuoos Holdsworth verschoof het groepsgeluid significant naar jazzrock. hij viel niet alleen op door lange, onnavolgbare en toch melodieuze solo's, tevens produceerde hij stevige rockakkoorden en -licks. Canterbury Scene's markantste vertegenwoordiger benadrukte echter eveneens zijn symfonische kanten." (René Yedema, iO Pages) Op de bonus-live-cd (opgenomen okt. 1975) wordt de gitaar gespeeld door Holdsworth's opvolger, John Etheridge.
Soft Machine is de grondlegger van de Canterbury Scene en heeft in de loop der tijd veel muzikale gezichten gehad. Zo rond de overgang naar de jaren 70 maakten inmiddels bassist Hugh Hopper en saxofonist Elton Dean deel uit van de bezetting die op “Three” en “Four” een geheel eigen mengvorm van psychedelica, progressieve rock en jazz vond. Oorspronkelijk drummer Robert Wyatt kon zich niet geheel vinden in die nieuwe richting en vertrok. Diens opvolger Phil Howard speelde niet zozeer ritmisch maar ondersteunde met vulkanische erupties de in freejazz gewortelde uitspattingen. Omdat dit vooral Mike Ratledge toch ook niet zinde, werd Howard na 5 maanden vervangen door John Marshall. “Drop” is daarmee, buiten de eerste helft van “Fifth”, 't enige Soft Machine-document waarop hij is te horen en daarmee van historisch belang. Dit ondanks dat deze live-opnamen van matige geluidskwaliteit zijn. Je zou het een 'wat als?'-album kunnen noemen, dat het begin van een mogelijke alternatieve tijdlijn voor de band laat horen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.