Dit is het meest complete overzicht van de in 2003 overleden Robert Palmer. Hij begon zijn carrière eind jaren 60 in de band The Andy Bown waar hij een album mee opnam. Hierna sloot hij zich aan bij Vinegar Joe, waar hij de microfoon deelde met Elkie Brooks. Na drie album hield deze band op te bestaan, waarna Palmer zich op een solocarrière richt. Tussen 1975 en 2003 maakte hij een keur aan albums met daarop bijna alle denkbare muzikale stijlen, van rock, pop, blues, soul, elektronica tot reggae. Alle solo singles die van deze albums afkomstig zijn, zijn terug te vinden op CD1 en CD2 van deze Collected. CD3 bevat oude opnames van zijn eerste band, maar ook de samenwerkingen met The Power Station en UB40, nummers die hij opnam voor soundtracks, 12 remixes en andere rarities, waarvan er een aantal voor het eerst op CD verschijnen. (Universal)
Leaving southern funk and string arrangements behind, Secrets (1979) saw Palmer develop a rockier direction with the hit singles Bad Case Of Loving You (Doctor, Doctor) and Jealous. On Clues (1980), he embraced synthesizers for the hits Looking For Clues and Johnny And Mary (the music for Renault TV ads for many years), while collaborating with Gary Numan on two songs. Maybe Its Live (1982) featured six live recordings, the hit single Some Guys Have All The Luck, and some outtakes, including another collaboration with Numan. This slipcased reissue features four bonus tracks, two previously unreleased, along with the lyrics, and annotation by BBC reviewer Chris Jones. (bron: Edsel)
Het beste uit de periode 1974-1985. Z'n swingende funky rhythm & blues-rock (van bijv. "Best Of Both Worlds" of z'n soulvolle cover van the Kinks' "You Really Got Me") evolueerde in de jaren '80 uiteindelijk in een gelikt soort gentleman-poprock ("Addicted To Love", de nummers met The Power Station*). Bevat een bonusdisc met live-opnamen van 6 nummers. *Power Station was een supergroep met leden van Duran Duran.
Live-opname, gemaakt in december 2000, een kleine 3 jaar voor z'n te vroege, plotselinge dood. Met een band vol ervaren sessiekrachten (o.a. David Rosenthal, jarenlang toetsenist in Billy Joels band en inmiddels lid van Happy The Man) speelt hij een set vol hits. Hij opent met een nogal mechanische versie van "Some Like It Hot" (van Power Station, z'n project met Duran Duran-leden) en rijgt daarna successen als "I Didn't Mean To Turn You On", "Pride" en natuurlijk "Addicted To Love" in hoog tempo aaneen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.