The new recording from Magdalena Koená features deeply-felt interpretations of sacred songs from the Baroque to the 20th Century. In a rare recording collaboration, she is joined by virtuoso Christian Schmitt, in music for voice and organ from the sacred traditions of Germany, Austria, France and England, as well as her native Czechoslovakia. (bron: Universal)
Opname: 2003
Luister-10, april 2016: "Magdalena Kozená houdt al sinds haar tienerjaren van Monteverdi om de ruimte die hij biedt voor improvisatie en om de hoge kwaliteit en sterke emotioneel geladenheid van zijn teksten. Beide kwaliteiten worden op dit album volledig uitgebuit. In de 'scherzi musicali' kiezen Kozená en Marcon een bijna 'luie' jazzy benadering, die volop ruimte biedt aan improvisatie, zonder Monteverdi uit het hoog te verliezen. De verhalende kwaliteiten van Kozená komen tot hun recht in de fragmenten uit L'incoronazione di Poppea en vooral in de madrigaal Combattimento di Tacredi e Clorinda, die eruit springt als de 'hoofdfilm' van dit recital. Kozená omringt zich met meer dan uitstekende musici en vocalisten die niet voor haar eigen talent onderdoen. met drie instrumentale nummers van iets jongere tijdgenoten van Monteverdi tussen de verhalen door is ook de opbouw van de CD goed uitgebalanceerd. Drama en vertier wisselen elkaar af in de juiste dosis en volgorde." (Carine Alders)\n\n"Hoewel Magdalena Kozená op Lettere Amorose al de Italiaanse barok verkende en een madrigaal van Monteverdi opnam, richt zij zich op haar nieuwe album vrijwel uitsluitend op Monteverdi. Net als op Lettere Amorose kiest de mezzosopraan voor zeer dramatische vertolkingen, waarbij zij zich nadrukkelijk niet alleen door de muziek maar vooral ook door de tekst laat leiden. Dat resulteert in een zeer intense uitvoeringen van Il Combattimento di Tancredi e Clorinda en Lamento della Ninfa. Zelfs puristen zullen hun bedenkingen overboord gooien na het beluisteren van dit album." (Henri Drost, Platomania)
De Tsjechische mezzosopraan Magdalena Kozená (1973)zingt op deze cd in haar moedertaal. Dvoraks "Vier liederen op.2" en "Liefdesliederen op.83" zijn bewerkingen van liederen uit zijn cyclus "Cipressen", die hij op 24-jarige leeftijd gecomponeerd had, toen hij de afwijzing moest verwerken van een actrice op wie hij smoorverliefd was. Het lied "Goedenacht, mijn lieveling, op.73" componeerde hij op Slowaakse volkspoëzie. Martinu en Janacek volgden dit voorbeeld in hun "Nieuwe Slowaakse liederen" (Martinu) en "Moravische volkspoëzie in liederen" (Janacek). Verder staat op deze cd ondermeer de cyclus "Liederen voor een vriend van mijn vaderland", dat Martinu in 1940 in Frankrijk componeerde, vlak voordat hij naar de Verenigde Staten vluchtte. Magdalena Kozena en pianist Graham Johnson kozen voor niet-alledaags repertoire: de liederen van Dvorak worden regelmatig uitgevoerd, maar opnamen van Janaceks en Martinu's liederen zijn schaars. Kozena heeft een mooie stem en een lyrische stijl. (C.P., Muziekweb).
Deel uitmakend van de Aangenaam Klassiek-achtie 2008: "Het is zeker niet de eerste keer dat de uit Brno afkomstige mezzosopraan Magdalena Koená haar talent en populariteit gebruikt om Tsjechische muziek onder de aandacht te brengen. Dvoráks bekende lied dat deze CD zijn naam gaf, is echter niet zomaar een titel: deze juweeltjes van verder o.a. Janacek, Schulhoff en Martin zijn echt liederen die de jonge Koená uit de mond van haar moeder hoorde. En hoe toepasselijk dat deze CD uitkomt, nadat Koená net zelf voor de tweede keer moeder is geworden."
Opname: 1989
Opname: 2009
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.