"A Recollection (Een Herinnering) is de titel van een pianowerk dat Leos Janácek ooit schreef voor een muziektijdschrift. Het is ook de passende titel van een fraaie CD van pianist András Schiff met pianomuziek van Leos Janácek. Het gaat hier om kleurrijke impressies van nostalgische gevoelens en halfvergeten herinneringen. Zo bevat de cyclus Op Een Overwoekerd Pad weemoedige titels als Onze Avonden, Een Verwaaid Blad en De Kerkuil Vloog Niet Weg. Realistischer is de Sonate 1.X.1905. Dit werk werd geschreven ter nagedachtenis van een Tsjechische arbeider, die op genoemde datum omkwam tijdens een betoging. Deze CD verscheen op het chique label ECM, dat soms te nadrukkelijk de neiging heeft om haar releases te presenteren vanuit een spirituele schoonheidsbeleving. Mooi is deze CD dan ook zeker te noemen, al is het volgens sommigen te mooi. Zo reageerde althans de Gramophone met: 'Sensitive but disappointing accounts of Janácek in an over-soft-focused acoustic'." (HJ, Muziekweb)
Samenwerking van het Nederlands Blazersorkest met dirigent Thierry Fischer in werken van Janácek voor diverse bezettingen, zoals werken voor piano (Boris Berman) en kamerorkest en voor koor en. kamerorkest.
"Naast Debussys Pelléas et Mélisande was Jenufa een van de eerste operas gebaseerd op literair proza. Maar de meest radicale bouwsteen in Janáceks muziek was het teruggrijpen op het dialect en de volksmuziek uit Moravië. Niet alleen kon hij hiermee het boerenleven, waarin Jenufa zich afspeelt, nog realistischer weergeven, tegelijk wist hij er psychologische effecten mee uit te drukken en te verscherpen. Je zou Jenufa zelfs een variant kunnen noemen van het Italiaanse verisme. Het pleit voor regisseur Stéphane Braunschweig dat hij deze folkloristische couleur locale ondanks alle soberheid intact heeft gelaten. Hiermee wordt nog eens extra onderstreept welk belang Janácek hechtte aan volksmuziek: In deze liedjes is heel de mens aanwezig: zijn lichaam, zijn ziel, zijn omgeving, helemaal alles. Jenufa ten voeten uit." (JWvR, Muziekweb)
"Deze opera, naar Dostojevskis semi-autobiografische verslag van het leven in een strafkamp, is een monstrum zonder kop of staart, als 't leven zelf. Aan de ellende zit geen begin en geen ontknoping, alleen de afzichtelijkheid van leedvermaak, corruptie en geweld. Hoogstens verzacht door toevallige kameraadschap en humor. Het libretto maakt geen echt onderscheid tussen hoofd- en bijrollen en is vaak bestempeld als naïef; de partituur als weerbarstig. Maar het blijkt visionair muziekdrama. Dat bewijst deze lumineuze voorstelling o.l.v. Pierre Boulez en Patrice Chéreau. Janacek deelt zo postuum de mokerslag uit die hij voor ogen moet hebben gehad. Deze allerlaatste operadirectie van de 82-jarige klankchirurg laat geen detail van Janaceks schrijnende orkestraties onbelicht en biedt alle zangstemmen de ruimte. In Chéreaus enscenering wordt iedere piep of dreun wordt vertaald naar een beweging op de groezelige bühne, waar 70 arme drommels hun eigen kwaal of geschiedenis hebben." (Roland de Beer, Volkskrant)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.