Opname: 2008. "De gevierde Franse Baroksopraan Véronique Gens heeft een verrassend vervolg gemaakt op haar bejubelde "Tragédiennes" uit 2006. Vol aria's, opgeduikeld in obscure bibliotheken. Ditmaal trokken Gens en dirigent Christophe Rousset de lijn door van Rameau naar Gluck en Berlioz, met daartussenin minder bekende namen als Sacchini, Piccinni, Grétry en De Arriaga. Mocht u zich afvragen wat de niet-Franse namen met de klassieke Franse operatragedies van doen hebben, dan moet u weten dat Parijs eeuwenlang door Italianen werd overheerst. Zelfs Lully was een Italiaan. Hij, Sacchini en Piccinni componeerden keurig Franse tragedies. Rousset groef de bijzondere partituren op. Het viel niet mee aria's te vinden die geschikt waren voor de CD,w ant daarvoor was een gelimiteerde orkestratie nodig. De Berlioz-aria uit Les Troyens is in dat opzicht uniek, want helemaal met houtinstrumenten uitgevoerd. Een uitdaging, ook voor Gens, die het misschien wel het mooiste stuk van de CD vindt." (naar René Seghers, Luister)
CD vd maand, Luister 9/'06, tevens Luister10: "De Bask Arriaga was een muzikaal genie, die in 1826, nét geen 20, stierf in Parijs. Op een opera na is dit z'n complete vocale oeuvre. Stilistisch divers -niet vreemd voor een puber die zijn eigen taal nog niet gevonden heeft- is 't een fascinerende kijk op een componist die wellicht Berlioz in de schaduw zou hebben gesteld. Deze uitgave is zeer verzorgd, met uitstekend orkestspel en voortreffelijke solisten: de Nederlandse sopraan Noorduyn is overrompelend."
"Juan Chrisóstomo de Arriaga was, met Mozart en Mendelssohn, een bijzonder vroegrijp wonderkind. Deze drie strijkkwartetten schreef hij toen hij 17/18 jaar oud was en aan het Parijse conservatorium studeerde. Als 11-jarig jochie scheef hij al een divertimento en als 13-jarige de opera 'Los esclavos felices', alleen de ouverture is overgeleverd en wordt nog wel eens uitgevoerd. Het succes van de opera leidde ertoe dat zijn vader hem in 1821 naar Parijs stuurde. Daar studeerde de 15-jarige viool bij Pierre Baillot, contrapunt bij Cherubini en harmonieleer bij Fétis. In die tijd schreef hij ook zijn enige, bewonderenswaardige Symfonie in D, zijn bekendste werk. De drie strijkkwartetten mogen zich ook regelmatig op belangstelling van uitvoerenden en luisteraars verheugen. Het zijn dankbare werken, goed geschreven in de traditie van Haydn en de jonge Beethoven. Zo nu en dan wordt de Spaanse afkomst van Arriaga hoorbaar in melodie en ritme." (Hans Quant, Luister)
Opname: 2006
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.
