Een haast symmetrisch opgebouwd album, met aan de randen en in het midden in totaal 5 standards en voor de rest originals. Vooral in die eigen stukken worden de mogelijkheden van deze ietwat vreemde bezetting (twee saxofonisten, maarliefst drie gitaristen plus ritmesectie) het mooist uitgespeeld. Fascinerend om te horen wat voor web er door die vijf solisten wordt gespannen: soms achter elkaar aan hobbelend thema's spelend, danweer tegen elkaar in, vaak een lekker wringende meerstemmigheid creërend.
"Recorded without much rehearsing time, this album is another example of the magic of jazz, which can produce endearing music even when the musicians hardly know each other. Guitarist Samo Salamon hired the trio Open Loose (Tony Malaby (ts), Mark Helias (b), and Tom Rainey (d). In itself, the threesome is already a solid warrant of quality. Helias has an impressive facility on his instrument, Rainey's imagination seems endless, and Malaby would be hard pressed to deliver a vapid solo. As for the leader, he readily acknowledges Bill Frisell as a major influence, but ends up sounding more like John Scofield, or even John Abercrombie ("The Lonely Tune"). However, his jagged and linear delivery shows that he might be up to finding his own voice. Salamon's wit is not only displayed in song titles and his comping, but shows that he is quick to find a meaningful commentary to his cohorts' discourse. Full of wondrous and intricate interplay, this set easily sustains the listener's interest." (Alain Drouot, Allmusic)
New York's hotste tenorsaxofonist is op 29 november 2010 als speciale gast van het Harmen Fraanje Avalonia Trio te gast bij JazzPodium Drienerlo, op de UT in Enschede. Zijn eigen Apparitions is, alleen al door de line-up (sax, bas, twee drummers) bijzonder. Tweede drummer John Hollenbeck is trouwens ook creatief in de weer met vibrafoon, melodica en andere percussie. "One of the most significant tenor saxophonists working today, Malaby's singular technique makes him one of the foremost improvisers of his generation. Where many of his peers mistake histrionics for intensity, Malaby values subtleties in volume, timbre and tone above dexterity and speed. Though his melodious phrasing often careens at a quicksilver pace, his nuanced attention to detail sets him apart from the masses of post-Coltrane acolytes. Another stellar addition to an impressively diverse and expanding discography, "Voladores" is further proof of Malaby's growing importance as an artist of note." (Troy Collins, All About Jazz)
Contrabassist Mario Pavone is misschien niet heel bekend, maar in down town New York geniet hij al zo'n 40 jaar aanzien in de progressieve jazz-scene en hij speelde in groepen van o.a. Paul Bley en Anthony Braxton. Ook leidt hij eigen groepen, waarin hij niet alleen zijn eigen heldere spel laat schitteren, maar die ook vaak een bijzondere samenstelling hebben. Zoals dit Double Tenor Quintet, dat voor velen uit het niets in 2009 op North Sea Jazz verscheen. Een select fijnproeverspubliek kon daar genieten van drummer Gerald Cleaver (o.a. actief in bands van Matthew Shipp en David S. Ware) en de tenorsaxofonisten Tony Malaby (nu de hotste tenorist uit New York) en Jimmy Green (die het hele decennium al lovende kritieken krijgt). Het samenspel van die twee ging op NSJ door merg en been: alsof er een dérde saxofonist te horen was, gefuseerd uit hun beider boventonen. De CD is opgedragen aan Andrew Hill. Het is duidelijk dat Hill voor Pavone qua concepten, compositie en arrangeermethodiek een voorname invloed is.
Vroeg album van de toen 21-jarige Hammondorgelvirtuoos. Hij beheerst alle finesses van het orgelspel: dartel dansende nootjes worden met veel swing gespeeld, maar voor heerlijk breeduit rausen met het Lesleypedaal voluit is 'ie niet te beroerd. Door kien spel met de registers verschiet de sound constant van kleur. En da's nog niet alles, want op vier stukken bewijst hij ook een prima trompettist te zijn. Het meeste trompetwerk wordt overigens verzorgd door Jim Henry. Verder dient Paul Bollenback vermeld: hij levert niet alleen enkele sterke stukken aan, maar geeft op z'n gitaar ook nauwelijks minder virtuoos weerwoord aan Joey. Die overigens voornamelijk kiest voor oudere ("Bye Bye Blackbird") en vooral jongere ("Naima", "ESP", "Sister Sadie") standards op een 5 kwartier lang spannende CD. "Joey DeFrancesco, who was heavily influenced by organ maestro Jimmy Smith, is one of the most energetic and expressive Hammond B-3 players on the scene today." (John Sharpe, AllAboutJazz)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.