"Van de 'Via Crucis' hadden we dus al een schitterende opname, toen nog op het Philips-label, met in de hoofdrol het sublieme Nederlands Kamerkoor en bekroond met een Edison. Nee, daar viel ogenschijnlijk niets meer aan te 'verbeteren', maar toch is aan de hand van deze nieuwe opname wel degelijk verklaarbaar waarom De Leeuw in juni 2017 naar de Sint-Machariuskerk in Gent toog. Met de koorkwaliteit heeft dit niets van doen: u zult wel van mij willen aannemen dat het Nederlands Kamerkoor niet onderdoet voor het Collegium Vocale Gent (dat geldt tevens voor de solistische rollen van Christus en Pilatus), maar toch durf ik deze nieuwe vertolking wel degelijk nog iets sterker aan te bevelen omdat De Leeuw daarin nieuwe inzichten etaleert, vooral op het punt van de dynamiek, agogiek en contrastwerking (het bijna breekbaar ingetogen Nolite flere super me, de sereniteit va het Stabat mater dolorosa en de meedogenloze hamerslagen in het Crucifige)." (Opus Klassiek)
De kunstliederen van Franz Liszt vormen een fascinerend repertoire. Zijn liederen dienden als vehikel voor zijn eigen artistieke en esthetische ontwikkeling, maar ook als inspiratie voor zijn tijdgenoten, die al snel in zijn voetsporen traden in het componeren van liederen voor stem en orkest. Deze opname van Martin Haselböck en de Orchester Wiener Akademie (...) presenteert Liszt's originele composities voor stem en orkest, samen met arrangementen van zijn eigen liederen en die van Franz Schubert, waardoor verschillende aspecten van zijn werk worden omarmd en de uitzonderlijke lyriek en expressieve kracht die hen kenmerken, naar voren komt. Het repertoire wordt hier uitgevoerd door de 'ambassadeur van het lied', bariton Thomas Hampson, sopraan Sunhae Im, mezzosopraan Stephanie Houtzeel en bas-bariton Tomasz Konieczny. Dit album laat luisteraars ook niet eerder opgenomen orkestrale versies van Der Doppelgänger, Die Vätergruft, Weimars Toten, Le Juif errant en Der Titan ontdekken. (Prestomusic)
"Franz Liszt und sein Bechsteinflügel zu Weimar" ist wohl unsere bekannteste Veröffentlichung mit Klavierwerken von Franz Liszt, gespielt von Cora Irsen auf dem original Liszt-Flügel im Liszt-Haus in Weimar. Mit dem historischen Instrument und der Inspiration des Originalschauplatzes gelingt Cora Irsen eine musikalische Meisterleistung mit erstaunlichen Klangfarben. (ha-rms.de)
Deze CD is opgenomen in Liszt: the Collection (34 CD), CDR-nummer ECX0980. De opname van Roberto Szidon uit 1972 wordt beschouwd als een van de beste uitvoeringen van de Hongaarse rapsodieën. Szidon (1941-2011) was een Braziliaanse pianist die in Duitsland ging wonen, waar hij doceerde aan de conservatoria van Hannover en Düsseldorf.
"Deze nieuwe schijf, gewijd aan Franz Liszt, is opnieuw een schot in de roos. (...) In Il penseroso horen we Volodos brede orkestrale akkoordspel dat dreigend en prachtig rond van toon is. Het contrast met La prédication aux oiseaux is groot. Hier schildert de pianist met feeërieke hand de dansende lichtheid van Fransiscus preek voor de vogels. In de Bagatelle sans tonalité uit 1885 horen we de progressieve late Liszt. Volodos pleit zwierig voor dit ongrijpbaar bewegelijke miniatuur dat op de drempel van de twintigste eeuw staat en dat even aan Bartók doet denken. En deze hoogwaardige pianistiek gaat maar door. Funérailles is van een technische perfectie en precisie die ik zelfs bij de grootste Lisztvertolkers nog niet heb aangetroffen. Volodos is volkomen soeverein, heer en meester over de materie. Last but not least: de Steinway die hij bespeelt is een nobel, gul instrument waarop alles mogelijk is. Deze cd zal geschiedenis maken!"(Klassieke Zaken)
"Al in 1834 hield Franz Liszt een pleidooi voor een samengaan van kerk en theater. Toch was het pas gedurende zijn Romeinse jaren dat Liszt zijn beide oratoria, Die Legende von der heiligen Elisabeth & Christus, voltooide. Het idee voor Christus ontstond al in 1853, toevalligerwijs niet lang nadat Wagner een ontwerp had bedacht voor een muziekdrama met de titel Jesus von Nazareth. Voor het libretto maakte Liszt niet alleen gebruik van de bijbel, maar tevens van de katholieke liturgie en van Middeleeuwse hymnen. Pas in de jaren voorafgaand aan zijn priesterwijding, 1865, wist Liszt met het werk te vlotten. De eerste uitvoering vond plaats in 1873 in een kerk te Weimar onder de aanwezigheid van Richard en Cosima (Liszts dochter) Wagner. Het oratorium is terecht bekritiseerd vanwege de langdradige en onsamenhangende structuur. (...) Toch is Christus een bijzondere compositie, dat op cruciale momenten, zoals in het Tristis est anima mea, de weg baant naar Wagner en Debussy." (Muziekweb)
Cziffra werd geboren in een arme familie. Zijn vader György Cziffra sr., cimbalomspeler, was van Roma-komaf, wat de leefomstandigheden van de familie niet gunstig beïnvloedde. Cziffra kwam op vijfjarige leeftijd in de grote belangstelling door volksmelodieën in cafés en circussen te spelen, iets wat hem overigens in zijn verdere carrière bleef achtervolgen en waar critici vaak op een negatieve manier gebruik van hebben gemaakt. Anderen zagen juist een buitengewoon wonderbaarlijk talent in hem. Cziffra werd vooral beroemd om zijn briljante, duizelingwekkende vertolkingen van de virtuoze werken van Franz Liszt, waaronder de Hongaarse Rapsodieën waar hij volgens menig kenner, net zoals Liszt, een 'aangeboren' affiniteit mee had. Ook vertolkte hij werken van Frédéric Chopin en Robert Schumann, waar hij veel lof voor oogstte. (...)
"The "Works for harmonium" part of this album's title is a little deceptive; the works involved were pieces for organ or harmonium, and most of them were arrangements of sacred works originally composed for choir. Nevertheless, the 1875 harmonium, apparently once owned by Liszt, that's played by Zsuzsa Elekes on the album is a lovely thing with many voices. The album helps fill out the rather overlooked picture of the role the instrument played in music of the nineteenth century. The "Works for cello and piano" part of the title is accurate but equally surprising to the casual listener, who won't think much of chamber music in connection with Liszt. (...) The sound of this recording, made in 1986, is impressive for its time and place, and the performers do a good job of teasing out the showy expressiveness that lurked beneath the elder Liszt's veneer of piety. Among Liszt's late works it is the proto-atonal piano pieces that get all the attention." (Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.