Op 29 januari 1996 nam Elly Ameling afscheid van het podium. Curieus genoeg brandde precies op dat moment het Teatro La Fenice in Venetië af, al zal geen van de aanwezigen deze rimpeling in de kosmos zijn opgevallen. Zij zong van ramp tot ramp, aldus Elly Amelings vrienden. Tijdens haar eerste concert in 1953 in Rotterdam besefte namelijk niemand dat juist op dat moment Zeeland onder water liep. Deze vijf cds tellende box met live opgenomen concerten (19571991) geeft een mooi beeld van Elly Amelings veelzijdige carrière: Franse en Duitse liederen, opera, hedendaags, Huygens, Mozart, Stravinski, Debussy, Fauré, Berg, Strauss, Mahler, Hendrik Andriessen, en nog veel meer. Het is een mooi eerbetoon aan Nederlands beroemdste sopraan, die op 18 februari 2008 75 jaar werd. (HJ op Muziekweb.nl)
Opname: 1950-1960
"Hoewel Hendrik Andriessen al meer dan dertig jaar niet meer in ons midden is, blijft de internationale waardering voor zijn composities nog altijd achter. Maar daarin kan nu verandering komen. Op CPO verschijnt het tweede deel uit een serie over Andriessens symfonische werk, voortreffelijk gespeeld door het Nederlands Symfonieorkest onder David Porcelijn. Het gooit nóg hogere ogen dan de eerste aflevering. Allereerst vanwege de 'Tweede symfonie', geschreven voor het vijftigjarig bestaan van het Concertgebouworkest in 1938 en opgedragen aan zijn tweede dirigent, de Arnhemmer Eduard van Beinum. Een echt meesterwerk. Fantasievol, met gewaagde harmonieën en een fraaie instrumentatie, herinnerend aan Andriessens leermeester Alphons Diepenbrock. Wie nog aarzelt, kan misschien het beste instappen met het rapsodische 'Wilhelmus van Nassouwe' (1951). Hier jongleert Andriessen met persoonlijke gevoelens die het volkslied bij hem losmaakt. Ik val er als een blok voor." (Maarten-Jan Dongelmans, De Gelderlander)
In his third symphony Hendrik Andriessen again displays the whole arsenal of his artistry, above all in the finale consisting of a brilliant fugue. Nothing in this fugue sounds heavy or like intellectual complexity; it instead is filled with the same strong, energetic aspirations that the composer must have felt during the exciting postwar years. The composer conducted the premiere of his third symphony by the Concertgebouw Orchestra on 26 October 1946. The framing movements of his Symphonie concertante are more reminiscent of finely formed symphonic movements, while the central Andante grazioso with its variations is closer to the model from the eighteenth century. This movement merits the attribute »concertante« in a very special way: the woodwinds and brass instruments have prominent parts, while the solo violin and the harp appear in the wonderfully beautiful aria. The Chantecler overture, inspired by the drama by the French stage poet Edmond Rostand (1868-1918), rounds off the CD program. (bron: CPO)
"Hendrik Andriessen (1892-1981) heeft zich bewezen als de meest afgeronde muzikale persoonlijkheid die ons land voortbracht. Als componist heeft hij alle genres beoefend, van opera tot kerkmuziek, inclusief 4 symfonieën en een uitgelezen oeuvre voor orgel. Zijn symfonieën behoren naast die van Pijper en Vermeulen tot het belangrijkste in het Nederlandse 20ste eeuwse symfonische genre. Je zou dus verwachten dat Andriessen volop in de opnamecatalogi te vinden is. Dat valt flink tegen en het Duitse CPO doet daar wat aan. Inmiddels heeft het dappere Nederlands Symfonie Orkest uit Enschede twee CD's volgespeeld o.l.v. David Porcelijn, op wie je kunt bouwen als het om Nederlands repertoire gaat. Op dit eerste deel staat de Eerste symfonie centraal en da's tevens de eerste moderne opname van dit werk, dus niets dan lof. Essentiële toevoeging aan onze magere voorraad Nationaal Muzikaal Erfgoed." (Siebe Riedstra, Luister; 4 uit 5 sterren voor uitvoering en registratie). Daarnaast een dubbele 10 van ClassicsToday!
Opname: 1992.\n"En de missen van Hendrik Andriessen zijn nu eens niet zoetsappig rooms zoals met name veel Italiaanse exemplaren in het begin van de eeuw, maar helder, doorzichtig, volmaakt op de praktijk afgestemd en tegelijk vol onvermoede kleuren en samenklanken. Andriessen durfde immers een directe confrontatie met een ver verleden aan, met de muziek uit de Middeleeuwen en Renaissance. De Duitse esthetica uit de negentiende eeuw had nauwelijks vat op hem. In zijn compositorische werkzaamheden voor de kerk heeft voor Andriessen, zij het zijdelings, ongetwijfeld ook de invloed van Diepenbrock meegespeeld. De kerkmuziek van Diepenbrock is echter veel chromatischer, ja wagneriaanser, meer voor de concertzaal dan voor de liturgie". (Leo Samama, opusklassiek.nl).
"Het behoeft geen betoog dat in elk geval de beste werken van Andriessen een moderne, perfecte opname verdienen. In Engeland zijn de CD's met orkestmuziek van Walton of Vaughan Williams niet te tellen, maar een vergelijkbare Nederlandse componist heeft minder geluk. Deze dubbelaar bevat 2 opnamen uit 2005 en verder radioregistraties uit 1947-82. We beschikken zo in één klap over Andriessens belangrijkste orkestwerken, geleid door op 2 na (Paul van Kempen en Hans Vonk) alle na-oorlogse dirigenten van 't Radio Filharmonisch Orkest. De Eerste Symfonie, niet bepaald 's mans sterkste, komt er door de hese opname uit 1947 nogal bekaaid vanaf, al maakt de uitvoering onder Albert van Raalte een geestdriftige indruk. De erepalm gaat naar Jean Fournet, de hier helaas altijd enigszins onderschatte Franse meesterdirigent, die de Symfonische Etude en de Derde én Vierde Symfonie voor zijn rekening neemt. Vooral de uitvoering van de Vierde, Andriessens meest turbulente orkestpartituur, is magistraal." (Aad vd Ven, Luister)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.