Sinds Van Der Graaf Generator in 2005 een doorstart maakte, zijn de soloplaten van voorman Peter Hammill ook echt complete solo-aangelegenheden. Op zijn jarenlange kompaan Stuart Gordon kán hij ook geen beroep meer doen: de ook van The Korgis bekende violist overleed in 2014. Compleet solo betekent niet dat Hammills ambitieniveau lager ligt, zoals wel bleek uit het in 2014 verschenen conceptuele werk "...All That Might Have Been..." , dat een stream-of-conciousness-achtige inslag had zonder echte songstructuren. Wat dat betreft is deze opvolger veel conventioneler, met tien songs van tussen de 3½ en 5 minuten. Hammills stem is weer zoals vertrouwd omgeven door zelf vaak met kopstem ingezongen harmonieën, en door 's mans eigen gitaar- en keyboardspel. In het slotnummer "The Descent" roepen keyboardsounds etherische sferen op. Het schetst weer een ander aspect van de kwaliteiten van de Britse bard, die in het weekend van de release van dit album zijn 69ste verjaardag vierde.
"Amorphous Androgynous is het psychedelische alter ego van het elektronica-duo Future Sound Of London. We kondigden toen al We Persuade Ourselves We Are Immortal aan, een samenwerking van de heren Brian Dougans en Garry Cobain met niemand minder dan Peter Hammill. Het blijkt een 40 minuten durend prog-space-rock-conceptalbum, waarop naast Hammill een karrenvracht andere artiesten aan meewerken, zoals ook Paul Weller, gitarist Ray Fenwick (o.a. Tee-Set, After Tea en Forcefield) en saxofonist Brian Hopper (Caravan, Soft Machine), alsmede een groot koor en uitgebreide strijkerssectie. We Persuade Ourselves We Are Immortal is zo'n album waarbij je meteen bij de eerste minuten hoort dat er iets bijzonders staat te gebeuren: je hoort het aan de manier waarop het titelstuk opbouwt. Hammill valt uiteindelijk in met zo'n mensheid-beschouwende tekst waarvan er vele zijn te vinden in zijn meer dan 5 decennia omspannende oeuvre." (Xymphonia)
Na het grootse In Amazonia uit 2019 volgt opnieuw een geweldige samenwerking tussen het Zweedse Isildurs Bane en Peter Hammill. Matt Johansson, toetsenist em belangrijkste songwriter van de band, en Hammill kwamen samen (op afstand) en creëerden zo de twee lange suites op dit album. De drie delen van het titelstuk vloeien naadloos in elkaar over met vele wisselende stemmingen in zowel muziek als zang. En eigenlijk geldt hetzelfde voor de tweede suite, Gently (Step by Step). De muziek is bijzonder attractief vanwege onverwachte wendingen en de rijke instrumentale invulling. Of er in de coronatijd nog een Van Der Graaf album komt, is nog even afwachten, maar dit album mag zeker een hoogtepunt in Hammill's lange (inmiddels meer dan 50 jarige) carrière worden genoemd. (GT, Muziekbank)
Peter Hammill is iemand die altijd zijn eigen gang is gegaan. Sinds 1969 als lid van Van Der Graaf Generator maar ook zeker als solo artiest. Door het coronavirus ging in 2020 een VDGG tournee niet door. Zoals hij aangeeft in het boekje vond hij zich niet in staat om nieuw materiaal te schrijven, en stortte hij zich op het bewerken van covers: iets wat hij in zijn lange carrière nog niet eerder had gedaan. De titel "In Translation" slaat in eerste instantie op het feit dat Hammill (op drie songs na) de nummers van een Engelse tekst heeft voorzien. Het betekent tevens dat Hammill de songs muzikaal heeft 'vertaald' maar zichzelf. En vooral daarin ligt de kracht van het album. Hammill heeft zich de nummers zo eigen gemaakt, dat je soms niet het idee hebt naar covers te luisteren. En dat maakt dit album zo uniek. Uit de klassieken zijn er nummmers van Fauré en Mahler, maar ook Piazzolla en Rodgers/Hammerstein komen voorbij en Italiaanse nummers. En dat allemaal op typische Hammilliaanse wijze. (GT, Muziekbank)
"Het Zweedse Isildurs Bane heeft een reputatie hoog te houden als het gaat om interessante muzikale zoektochten. Na het album "Colours Not Found In Nature," met Marillion vocalist Steve Hogarth, werd nu de samenwerking gezocht met legende Peter Hammill (solo en Van Der Graaf Generator). De kiem werd 2 jaar geleden al gelegd bij IB's jaarlijkse EXPO, toen een eerste samenwerking plaatsvond. De CD met 40 minuten bijzonder spannende en onvoorspelbare tracks zijn een hoogtepunt voor progfans, die wel eens iets afwijkends willen horen. Elk van de zes tracks is een ware ontdekkingsreis. De muziek, gecomponeerd door toetsenist Mats Johansson en Hammill himself, laat je alle hoeken van de kamer zien, in positieve zin des woords. Een opvallende rol is weggelegd voor het koto-spel van Karin Nakagawa." (GT, Muziekbank)
"De net zeventig geworden Peter Hammill heeft zich de afgelopen halve eeuw ontwikkeld tot één van de intrigerendste figuren die de moderne muziek heeft voortgebracht. Hij is de enige progrocker die met zijn band Van der Graaf (Generator) de goedkeuring wist weg te dragen van de punkgeneratie die zijn soortgenoten wegvaagde, maar ook een artiest die van meet af aan zowel in groepsverband als solo een vergelijkbaar, zeer hoog niveau vasthield. Dat liet hij vorig jaar nog horen met het magistrale en ingetogen album For The Trees, een plaat zo sfeervol als de illustratie op de hoes. Bij het maken hield hij in gedachten dat alle nummers ook live solo moesten kunnen worden uitgevoerd. Deze liveplaat, opgenomen eind vorig jaar en begin dit jaar, laat horen hoe goed dat is gelukt. Het klinkt anders, maar de intensiteit, toch al een handelsmerk van Hammill, is onverminderd." (Platomania)
Z'n 1e soloplaat na VDGG's split in '72. Alle bandleden doen ook mee en de CD bevat evenals het navolgende "The Silent Corner And The Empty Stage' ook complexe stukken die eigenlijk voor VDGG bedoeld waren. Daarnaast ook soberder, directer en zeer emotioneel werk als 'In The End'.
"Dit materiaal legde de Britse zanger vast tussen 2012 en 2014. Voor de reguliere versie van het album verknipte hij de songs om vervolgens van de fragmenten een collage te maken. Hij had daarbij zowel een conceptalbum als een op muziek gezette film voor ogen. Het moest draaien om de stormachtige relatie van twee geliefden, deels tegen een Japans decor. Het is een adembenemende ervaring om het resultaat te ondergaan. De geluiden van dwars krassende gitaren, ijle keyboardklanken en spookachtige koorpartijen vloeien op een volkomen natuurlijke manier in elkaar over. De constante factor is de zang van Peter Hammill, die nog altijd dwingend, emotioneel en herkenbaar is. Opnieuw bewijst hij dat hij de stem heeft om woest kolkende emoties te omschrijven. Dankzij de knip- en plaktechniek verbeeldt ook de muziek perfect de scherpe pieken en dalen in de verstandhouding van het tweetal. Het zorgt er bovendien voor dat voorspelbaarheid geen enkele kans maakt op dit indrukwekkende epos. Terwijl zijn meeste generatiegenoten lui leunen op successen uit een grijs verleden, blijft de 66-jarige Hammill zich vernieuwen. Dat verdient veel respect. Vooral omdat het zulke fenomenale muziek oplevert." (Robert Haagsma, Lust For Life; 5 uit 5 sterren) Deze 3CD-boxset bevat ook een CD met het materiaal in song-vorm en een zogenaamde 'retro/ instrumental works in progress version', die beiden een zeer afwijkend perspectief bieden op het werk, met gebruikmaking van materiaal dat op de hoofd-CD niet gebruikt is. Het geheel gaat vergezeld van twee boekjes, met alle teksten en uitgebreide uitleg middels een essay.
Nadat de Britse artrocker Peter Hammill in 1978 Van Der Graaf opdoekte, had hij even geen band meer. Op z'n albums waren zijn ex-bandmaten hier en daar te horen, maar "A Black Box" (1980) was grotendeels een solo-tour-de-force, waarop Hammill zelfs drumde. Het is een van zijn meest indringende werkstukken, met bevlogen songs als "The Spirit", "Losing Faith In Words" en vooral het plaatkantlange "Flight": een even fascinerende 'epic' als "A Plague Of Lighthouse Keepers" (1971) van zijn oude band Van Der Graaf Generator. Opvolger "Sitting Targets" is een stuk toegankelijker, maar dat maakt songs als "Sign", "Stranger Still" en het titelnummer er niet minder om. Voor de concerten was er toch weer een band: The K Group - in feite Van Der Graaf zonder cellist en violist, maar mét de gloedvol spelende sologitarist John Ellis (ex-The Vibrators). Een groep die goed aansloot bij de New Wave-cultus destijds, energiek de genoemde songs (incl. "Flight"!) speelt en z'n hand niet omdraait voor enkele Van Der Graaf-songs.
Gary Lucas was al bewonderaar van Peter Hammill sinds hij begin jaren zeventig Van Der Graaf Generator hoorde. Hij stak voor het eerste reünieconcert van zijn helden in 2005 speciaal de Atlantische Oceaan over! Natuurlijk kende Hammill meestergitarist Lucas ook - van diens werk met Captain Beefheart en Jeff Buckley bijvoorbeeld. De waardering bleek wederzijds. En toen er contact werd gelegd kwam al snel de mogelijkheid van een samenwerking ter sprake. Maar dan wel samen in één ruimte. En zo kwam Lucas wederom naar Engeland toe, voor wat een EP zou worden. Het werd een volwaardig album met 14 stukken. Sommige op basis van meegebrachte ideeën, andere 'on the spot' ontstaan. Overigens wel vaak door Hammill later verder bewerkt. Ongeveer driekwart songmatig, voor de rest in de vorm van uit improvisaties ontstane klankweefsels, van ingetogen tot behoorlijk bizarre geluidssculpturen. De liedjes zijn door Lucas omkleed met z'n verfijnde spel en effecten, zoals hij ook hier en daar op Jeff Buckley's "Grace" deed.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.