With Just Like That…, her first new album in more than six years, Rock and Roll Hall of Famer Raitt continues to draw on the range of influences that have shaped her legendary career, while creating something that speaks to the circumstances and challenges of these unprecedented times. Raitt recorded Just Like That… last summer with collaborators old and new. Longtime bassist James “Hutch” Hutchinson and drummer Ricky Fataar return to their posts, while new additions Glenn Patscha and Kenny Greenberg lend keyboards, backing vocals, and guitar. George Marinelli, Raitt’s longtime guitarist and songwriting partner, also returns for the track “Livin’ for the Ones.” Raitt produced the album herself in collaboration with engineer Ryan Freeland. “On this record, I wanted to stretch,” Raitt noted. “I always want to find songs that excite me, and what’s different this time is that I’ve tried some styles and topics I haven’t touched on before.” (Bluesmagazine)|
"Bonnie Raitt maakte zo'n 4 jaar geleden een verrassend geslaagde en succesvolle comeback met "Slipstream", waarbij haar bluesy (slide)gitaarspel evenals haar slijtvaste zangstem van hernieuwde bezieling getuigden. Vandaar dat "Dig In Deep" goeddeels gevuld blijkt met dezelfde beproefde funky rootsrock, onberispelijk uitgevoerd met haar vierkoppige band. Aan 5 nummers schreef Raitt mee, terwijl van de 7 covers "Shakin' Shakin' Shakes" van Los Lobos eerder voor de hand ligt dan de in eerste instantie onherkenbare INXS-kraker "Need You Tonight". Zeker vergeleken met de aanverwante Tedeschi Trucks Band klinkt dit 17de album wel nogal maniëristisch, waar de voorganger juist opviel dankzij 4 geraffineerde Joe Henry-producties met übergitarist Bill Frisell. Uit die sessies stamt overigens het subtiel geïnstrumenteerde "You've Changed My Mind", gevolg door de even aangrijpende ballade "The Ones We Couldn't Be", waarmee Raitt op de valreep toch nog een ruime voldoende in de wacht sleept." (Geert Henderickx, Oor)
Radio-registratie van een nogal chaotisch concert uit april 1973. Als we Bonnie in de vele praatjes tussen de songs goed begrijpen is ze 'intermission act' op een event met o.a. ook een Little Feat-optreden. De geluidstechnici hadden blijkbaar weinig weet van de plannen die Raitt met het optreden had, met vrijwel continu gesoebat tot gevolg over wie er bijv. nu weer niet in de monitor te horen is. De charme van een live-radiouitzending, maar om dat nu ook allemaal op de CD te laten staan? Het is dan ook een CD uit het grijze circuit (niet echt een bootleg, maar wel zonder Raitts toestemming uitgebracht). Zangeres/gitariste Raitt en haar vaste bassist Freebo worden tijdens het concert regelmatig bijgestaan door Little Feat-gitarist Lowell George en -drummer Richie Hayward. Speciale gast is de legendarische Arthur 'Big Boy' Crudup, die o.a. zijn ook door Elvis Presley vertolkte hit "That's All Right" zingt, daarbij ad hoc begeleid door voornoemden. Door het chaotische karakter vooral geschikt voor echte fans.
Fraaie studio-sessie (zo te horen met publiek) met een heerlijke ongedwongen sfeer, voor een radiostation, uit 1972. Zowel Raitt en George (met Little Feat) hadden net twee platen uit. Hoewel deze twee uiteindelijk zouden uitgroeien tot bekende iconen was het John Hammond, die met al zo'n dikke tien albums op z'n naam de gelouterde van het stel was. Het eerste blok bestaat uit door Raitt gezongen songs (o.a. "Love Has No Pride" en Chris Smithers "Love Me Like A Man"), die daarin bijgestaan wordt door eerst alleen haar vaste bassist Freebo en later ook George (gitaar) en Hammond (mondharmonica). We horen hier een geminimaliseerde vorm van die unieke blend van singer/songwriter, rhythm & blues en blues met een laidback feel waar Raitt en George zo bekend mee werden. In een versie van Little Feats "A Apolitical Blues" wordt dat voortgezet. Het tweede blok, door John Hammond (o.a. "The Sky Is Crying") is meer gericht op pure blues. Eerst speelt hij in z'n eentje, uiteindelijk voegen Raitt en George zich bij hem.
Belicht naar carrière vanaf haar overstap naar Capitol Records, waar om te beginnan haar veelbejubelde come-back-album "Nick Of Time" verscheen in 1989. Het titelnummer van die plaat bewijst dat ze zelf prachtige songs kan schrijven, maar meestal kiest ze voor werk van klasse-singer/songwriters als Chris Smither, John Hiatt.
Beslaat haar Warner Bros-periode, vooral in de jaren '70 menig briljantje bevattend: haar warmbloedige rhythm & blues-beinvloede rootsy muziek schurkte dicht tegen Little Feat aan. Bandleden van Feat speelden dan ook wel mee op haar platen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.