"Gitarist John Scofield heeft na een jazzleven – waarin hij met groten als Miles Davis, Joe Lovano en Pat Metheny speelde – in 2020 een rustig plekje opgezocht bij het ECM-label, dat hem alle ruimte gaf. Na een trioalbum met Steve Swallow op bas, die ook de composities leverde, en in 2022 een soloalbum, komt hij nu met de dubbelaar Uncle John’s Band. Hij wordt begeleid door contrabassist Vicente Archer en drummer Bill Stewart, met wie hij 1 november ook naar het Amsterdamse Bimhuis komt. Scofield wisselt eigen stukken af met klassieke popliedjes van Neil Young en Bob Dylan, Budo van Miles Davis en Bernsteins "Somewhere". Scofield speelt schitterend. Hoe hij na een paar maten voorzichtig de melodielijn van Mr. Tambourine Man inzet, is mooi. Ook de ‘walking bass’ van Archer in Scofields How Deep werkt." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Deze dubbel-CD bevat concertopnamen uit 1999. Waarom werkte jazzgigant John Scofield met Govt Mule? Omdat beide gitaristen dezelfde roots hebben. Scofield begon voor zijn jazzcarrière immers ook als bluesgitarist. Warren Haynes heeft daarbij door zijn sessiewerk een enorm netwerk opgebouwd. "Sco-Mule" bewijst dat een gelegenheidsformatie met 2 formidabele gitaristen tot uitstekende resultaten kan leiden. De heren kozen voor een mix van eigen werk en jazzklassiekers. Dankzij de creativiteit en het muzikaal vernuft van drummer Matt Abts, wijlen bassist Allen Woody en gasttoetsenist Dan Matrazzo kan men veel muzikale stijlen aan; van blues, rock en jazz tot reggae. Gitaargeoriënteerde, instrumentale muziek wil nog wel eens vervelen maar daar is hier geen sprake van; er wordt hier een muzikale topprestatie geleverd. De nummers zijn allemaal lange jams die liefhebbers van Allman Brothers Band, Grateful Dead, Canned Heat en Eric Clapton zeker zullen bekoren." (Richard Verbrugge, WrittenInMusic; 4 uit 5 sterren)
"John Scofield goes country! Waarom niet? De gitarist, componist en bandleider laat zich niet leiden door genres en grenzen. Hij fuseert net zo makkelijk moderne bop met R&B, of drum & bass met rock en blues. Het is dus geen verrassing dat nu, na zijn vorige plaat "Past Present" uit 2015, de country aan de beurt is. Fraaie instrumentale bewerkingen van oude en nieuwe countryklassiekers die altijd smaakvol bewerkt worden." (bron: Platomania)
"De eerste plaat van John Scofield voor weer actieve label Impulse! is behalve erg fraai ook wat droevig. De aanleiding voor de gitarist om het kwartet waarmee hij in de jaren 90 werkte weer bij elkaar te roepen, was de dood van zijn zoon, die in 2013 aan kanker stierf. Het inspireerde hem behalve tot de fraaie blues "Mr. Puffy" tot acht andere stukken waarin Scofield lijkt terug te grijpen naar de muziek uit zijn eigen jeugd. Teder en toch swingend verwijst de gitarist naar oude country- en blueswijsjes en komt er ook een beetje soul-jazz voorbij. De hernieuwde samenwerking met drummer Bill Stewart en vooral tenorsaxofonist Joe Lovano pakt erg goed uit. Fraai zijn de unisono partijen tussen gitaar en saxofoon. Lovano met mooi zwevende noten en Scofield met zijn ingehouden melancholieke spel. Het geluid is semi-akoestisch, met ook een voorname rol voor de nieuwkomer hier, Larry Grenadier. Fraaie composities, prachtig samenspel. Scofield op zijn best." (Gijsbert Kamer, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"The third studio meeting in 17 years between MM&W and Scofield has no easy referent to their earlier recordings - purposely. This quartet sounds like a real band now, which is a mixed blessing. The positive aspect is that this longtime collaboration creates near instinctive communication. This is a much more inside date. There are 4 covers from the 1960s scattered among the various originals; some work better than others. One is "Sham Time," an Eddie Harris tune. The obvious inspiration, though, is Willie Bobo's version from the 1968 album A New Dimension. This quartet does it justice with spark, crackle, groove, and grease. The cultural baggage associated with the Doors' "Light My Fire" is too great for even these musicians to transcend, and with a straight rock chart, it feels tossed off. Conversely, the reading of Cream's "Sunshine of Your Love," at nearly 11 minutes, contains an imaginative rocksteady arrangement that makes the listener almost forget the original." (Thom Jurek, Allmusic; 3 uit 5 sterren)
"This West Wind album, recorded at various studio sites in Seattle, WA, Portland, OR, Berkeley, CA, and New York City between 1987 and 1994, has Kenny Garrett as the leader, but a closer reveal might more accurately hand that title to David Friesen. The bassist is on five of the nine tracks, in duet performances with John Scofield, Michael Brecker, or Denny Zeitlin, while Garrett does lead the other four selections in larger ensemble contexts. Extraordinary musicianship is present throughout, making for an interesting musical experience, and with great appeal for fans who enjoy any of these talented musicians". (Michael G. Nastos, Allmusic).
"Klein meesterwerkje. Bassist Johnson heeft met pianiste Elias stukken geschreven die grote samenhang vertonen in sfeer en toonzetting. Melancholie en introspectie zijn de grootste gemene delers. Je wordt meegevoerd in een sessie van rust en evenwicht. De antistress-muzakfuik ligt dan op de loer, maar daarvoor zijn zowel composities als uitvoering te goed. Je wordt dan ook getrakteerd op spel van niemand minder dan John Scofield (g), Joe Lovano (s), Joey Baron (d) en Alain Mallet (orgel)!" (naar SvA, Jazz)
"The second release by Bass Desires (a quartet consisting of leader/bassist Marc Johnson, drummer Peter Erskine, and the guitars of Bill Frisell and John Scofield) is almost the equal of the first. This advanced unit performs eight group originals that cover a wide variety of moods, from introspective, spacy pieces to ones emphasizing fire and passion." (Scott Yanow, Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.