"Toen ik Schnittkes Eerste Cellosonate voor het eerst hoorde, was ik volledig van de kaart. Je hoeft het dan ook maar één keer te ondergaan en je vergeet het nooit meer. De opname van cellist Alexander Ivashkin en pianiste Irina Schnittke is een prachtige reisgigds langs duistere paden en troostrijke pleisterplaatsen. Groots is het Tweede Celloconcert. Het werk eindigt met een passacaglia als een Bach-echo van verre. Onvergetelijk, die herhaalde koraalmelodie met daarbovenuit de jankende cello." (Hans Haffmans, Luister)
Bevat tevens: Concerto grosso nr. 5 for violin, an invisible piano and orchestra / Alfred Schnittke ; Gidon Kremer (viool) ; Rainer Keuschnig (piano) ; Wiener Philharmoniker o.l.v. Christoph von Dohnanyi. CD 6266
Opname: 1989-2008
"Eén van Schnittkes eerste werken was een pianoconcert, geschreven in 1960, en precies één keer uitgevoerd. Pas in 2005 verzorgden pianiste Ewa Kupiec en dirigent Frank Strobel een tweede première. Schnittke was de rechtmatige troonopvolger van Sjostakovitsj, en dat is hier duidelijk te horen, wat niets afdoet aan de kwaliteit. In 1979 schreef Schnittke opnieuw een pianoconcert, in één doorgaand deel, begeleid door een strijkorkest. Hij had inmiddels zijn eigen stiel gevonden, waarin hij een uiteenlopende stijlen combineert middels een collage-achtige techniek. Dit is één van zijn mooiste, meest karakteristieke en gespeelde stukken. Het concert voor piano vierhandig en kamerorkest ontstond in 1988 en draagt alle polystylistische kenmerken van de late Schnittke. Deze concerten zijn Ewa Kupiec op het lijf geschreven. De opname is van grote klasse. Weer is er een puzzelstukje aan het portet van deze raadselachtige toonmeester toegevoegd." (Siebe Riedstra, OpusKlassiek / Luister; klik op link voor complete tekst)
Vlak voor zijn dood werkte Alfred Schnittke (1934-1998) aan zijn Negende Symfonie. Hij was toen al halfzijdig verlamd en krabbelde de noten in een bibberig, onvast, nauwelijks leesbaar schrift met z'n linkerhand op (terwijl hij rechts was). Hij kreeg op deze manier drie delen op papier. Zijn weduwe zocht na z'n dood iemand die dit manuscript onder zijn hoede wilde nemen. Het moest niet alleen ontcijferd worden, maar wellicht ook hier en daar gecorrigeerd en sowieso aangevuld. Ze vond Nikolai Korndorf bereid, maar die stierf niet lang nadat hij aan het werk begonnen was. Uiteindelijk werd Alexander Raskatov, een oude kennis van de familie, de man. Hij was vooral bekend geworden met zijn arrangementen van werken van Roslavets. Raskatov kreeg het idee een eigen nieuwe compositie aan de symfonie toe te voegen. Niet als vierde (slot)deel, maar als een soort epiloog en tegelijkertijd een ode aan Schnittke. Het werd een vocaal werk dat aansluit op Schittke's oeuvre en een tekst gebruikt uit het Evangelie van Lucas.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.