Vanwege zijn op volksmuziek gebaseerde vroege orkestwerken (Symfonische Variaties en Concert Voor Orkest) wordt Witold Lutoslawski nog wel eens de Poolse Bartók genoemd. Toch was het juist in zijn Musique funèbre à la mémoire Béla Bartók (1958) dat hij nieuwe wegen insloeg. Een radio uitzending van John Cage’ Concerto For Piano maakte grote indruk. Onder invloed van diens ideeën liet Lutoslawski in sommige passages van zijn composities meer vrijheid aan de spelers. Daarmee stond Lutoslawski in één klap samen met Penderecki en Panufnik middenin de Poolse avant-garde. Grote caleidoscopische composities als de Tweede Symfonie en het Livre Pour Orchestre zagen het licht. Stuk voor stuk werken met een soms hallucinerende klankrijkdom. In dezelfde tijd componeerde Lutoslawski ook twee grote vocale cycli waarin hij bij Ravel en Debussy aanknoopt.(...) (JWvR, www.muziekweb.nl)
Vanwege zijn op volksmuziek gebaseerde vroege orkestwerken wordt Lutoslawski wel de Poolse Bartók genoemd. Toch was het juist in zijn Musique Funèbre dat hij nieuwe wegen insloeg. Een radiouitzending van John Cage Concerto For Piano maakte grote indruk. Onder invloed van diens ideeën liet Lutoslawski in sommige passages van zijn composities meer vrijheid aan de spelers. Daarmee stond Lutoslawski in één klap samen met Penderecki en Panufnik middenin de Poolse avant-garde. In dezelfde tijd componeerde Lutoslawski twee grote vocale cycli waarin hij bij Ravel en Debussy aanknoopt. Debussys adagium dat muziek begint waar het woord eindigt, vond gehoor in fijnzinnige composities als Paroles Tisées en Les Espaces Du Sommeil. Lutoslawskis ervaringen als bevlogen dirigent van eigen werk droegen ertoe bij dat zijn componeerstijl zich aan het einde van jaren zeventig verder verfijnde, zoals in de 3e Symfonie.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.