"Een werkelijk andere Eisler is te horen op de cd Roaring Eisler die het Ensemble Modern onder leiding van H.K. Gruber op het label RCA Red Seal heeft opgenomen. (...) Ontluisterender kan een vergelijking bijna niet zijn. Echt slecht kun je het Collegium Musicum Leipzig met dirigent Adolf Fritz Guhl niet noemen, maar het is alsof het Ensemble Modern de 'Ossies' even laat horen wat nou precies de Spass an der Sache is. Waar Guhl rechttoe rechtaan doormacheert (in de Marsch zelfs letterlijk), dansen de manschappen van Gruber, met een speels gevoel voor timing en een eigenzinnig-individuele kleuring van de solistische melodielijnen. Met de vocale bijdragen van dirigent H.K. Gruber (in zijn jonge jaren Wiener Sänger-knaap) in balladen als Wohltätigkeit, Nigger Jim of Lied von der belebenden Wirkung des Geldes mag de Eisler op deze cd met recht 'roaring' heten. ("Ensemble Modern laat Eisler speels dansen", Pay-Uun Hiu, Volkskrant, 18-9-1998).
"Drie tijdsgewrichten komen in deze historische opnamen van werk van Hanns Eisler (1898-1962) samen. Het gaat hier om wat hij 'toegepaste muziek' noemde: muziek die een boodschap moest onderstrepen, of als begeleiding voor een theatervoorstelling. Muzikaal en inhoudelijk ligt het in de buurt van zijn bekende Solidariteitslied. Niet voor niets opent de CD met een magistrale vertolking door Hermann Hähnel en Leipzigse musici van de voor radio geschreven Kalifornische Ballade. De opnamen van de gevierde zangeres Gisela May stammen eveneens uit de DDR van de jaren 60. Indringend zijn vooral de Wiegenlieder für Arbeitermütter op tekst van Brecht. Vrolijk word je er niet van, maar prachtig is het wel. Van recentere datum, uit de jaren negentig, zijn de live-opnamen van de Ebony Band, die Eislers noten laat bijten, keffen en sprankelen. De bonustracks voeren je met verrassend goed klinkende schellakplaatopnamen terug naar de jaren 30, waaronder één o.l.v. Eisler zelf." (Frits vd Waa, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Eisler was niet bepaald de man van de vrolijke noot en The Hollywood Songbook bevestigt dit nog eens uitdrukkelijk. Zijn sombere kijk op de uitwassen van het mensdom past bovendien uitstekend bij menige tekst van zijn tijdgenoot Brecht. Een greep uit deze cyclus: Gedenktafel für 4000 Soldaten die im Krieg gegen Norwegen versenkt wurden; Auf der Flucht; Die Maske des Bösen, Epitaph auf in der Flandernschaft Gefallenen en Panzerschlacht. Maar Eisler is ook de man die huiselijke en sociaal getinte taferelen scherp kan karakteriseren. An den kleinen Radioapparat roept weer een geheel andere sfeer op dan bij voorbeeld Despite these miseries of Vom Sprengen des Gartens. Sommige liedteksten zijn op het lijf van de banneling Eisler geschreven, zoals Die Landschaft des Exils. [Goerne] weerstaat de verleiding om de in deze schrijnende teksten opgetaste weerzin en verontwaardiging aan te dikken en bereikt dan juist het maximale effect." (Opus Klassiek)
"Hanns Eisler was een fascinerende componist uit de 20e eeuw. Zijn linkse politieke standpunten gedwongen hem te vluchten van nazi-Duitsland naar Amerika. Hij vestigde zich daar, waar hij in 1948 door Nixon een 'muzikale Karl Marx' werd genoemd (wat hij beschouwde als compliment). Weer terug in Europa, Oost-Berlijn, had hij een sterke muzikale invloed, samen met Bertolt Brecht en anderen." (Klassiek.nl) Op Vokalsinfonik o.a. "het stoere Lenin Requiem, op tekst van Bertolt Brecht (voltooid in 1937), Bilder aus der Kriegsfibel (1957) op pakkende teksten. Het aangrijpende laatste werk van Eisler: Ernste Gesänge (1962) Minder aansprekend zijn bv. Mitte des Jahrhunderts (1950) op tekst van Johannes Becher. Eisler heeft hiervoor namelijke gekozen voor wat hij noemt een nieuwe eenvoud, een stijl aangepast aan de DDR-situatie." (Eisleriana)
"During the exile years in New York and Hollywood, Eisler moved away from the aggressive Kampflied idiom he invented for Brecht and other left-wing writers, and returned for about a decade to the twelve-tone and atonal styles of his teacher, Schönberg. These nine chamber cantatas, mostly set to texts by Ignazio Silone, along with a selection of songs by Brecht, demonstrate Eisler's particular adaptation of the twelve-tone method intended to communicate more readily with the listener. Although these are sophisticated compositions far removed in musical style and social location from the political fight songs of the early 30s, Eisler's choice of texts nevertheless reflect his belief that music must have a connection with the hope for human liberation. Like the Brecht/Eisler Hollywood Songbook, the texts from Silone reflect the complex experience of a generation of exiles from Nazi-dominated Europe. The sample is from the Roman Cantata based on a novel by Silone."
Hanns Eisler verstand sich ohne Zweifel als politischer Komponist, der mit seiner Kunst eingreifen und verändern wollte. Ganz überzeugter Kommunist, stellte er sein Lebenswerk in den Dienst des Staates, der ihm am meisten Garant für seine ldeale zu sein schien: der DDR. Wir veröffentlichen seine Orchesterwerke aus den 30er und 40er Jahren: Die Kleine Sinfonie op. 29, die Kammersinfonie op. 69, Acht Orchesterstücke, die ursprünglich als Filmmusik dienten und die Lustspielouvertüre. Das ist höchst abwechslungsreiche Musik, oft ironisch gefärbt rhythmisch mitreißend und virtuos instrumentiert. Das Orchester darf durchaus auch als Entdeckung betrachtet werden: Die Magdeburgische Philharmonie unter ihrem Chefdirigenten Mathias Husmann. (bron: CPO) "Lange überfällige Veröffent- lichung. Eine exzellente Einführung in die verschiedenartigen Stilformen eines äußerst professionellen Komponisten. Ein starkes Plädoyer für mehr Eisler auf Platte und im Konzertsaal." (Classic CD, dec. 93)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.