"Voor de componist Buxtehude één van Bachs grote voorlopers was 11 november, de feestdag van Sint Maarten, het begin van de zogenaamde Avondmuzieken. Op de vijf zondagen na de feestdag vonden in de Mariakirche in Lübeck concerten plaats, aansluitend op de vesper (van vier tot vijf in de middag). De hier besproken cd bevat een bloemlezing van het repertoire dat Buxtehude voor deze gelegenheden componeerde. Deze cd Opera Omnia XIX (Vocal Works 9) is de op een na laatste in de integrale Buxtehude editie van Ton Koopman. In het voorwoord verzucht Ton Koopman dat Buxtehude nog steeds niet de erkenning geniet die hem toekomt; zelfs deze ambitieuze en up to date-cd reeks heeft daar nog geen verandering in gebracht. Voor Koopman en de zijnen was het echter een boeiende ontdekkingsreis, waarbij de composities van deze grote en ontzagwekkende meester steeds weer voor nieuwe verrassingen zorgden." (HJ, Muziekweb)
Opname: 2010.\nLuister-10 in Luister 674: "Ton Koopman heeft met zijn Buxtehude-project een traject afgelegd dat hem op intieme voet heeft gebracht met de componist die als kerkmusicus in Lübeck wist te laveren tussen orthodoxe doctrines en zijn eigen moderne, piëtistische sympathieën. Koopman blijkt ook pleitbezorger voor de instrumentale kamermuziek van de oudere Buxtehude. Voor de verandering geen religieuze teksten, maar helemaal los kunnen gaan in de virtuoze 'stylus phantasticus' en daarmee Italië, de eeuwige bron van inspiratie voor de barokmusicus, het gematigder klimaat van de Noord-Europese Hanzesteden binnenhalen. Je hoort het de kleine kern van het Amsterdam Baroque Orchestra denken: we hebben ons dienstbaar opgesteld gedurende het hele project, dit wordt ons 'finest hour': lekker spelen! Dat geldt ook voor Koopman. Op zijn klavecimbel tovert hij onweerstaanbaar aardse klankkleuren in een ritmische drive. De opname is dusdanig, dat de luisteraar zich actief medeplichtig voelt. Knap werk!" (Marijke Schouten)
Luister-10, maart/april 2012: "Aanstekelijk plezier in musiceren is een kenmerk van alles wat Ton Koopman en zijn medemusici en zangers doen. Misschien dat het daarom lijkt alsof Klaus Mertens in het eerste stuk op deze CD niet Je höher lijkt te zingen maar iets als Die Hühner, waarna de sopranen als frisse kippetjes invallen... Zo is het natuurlijk niet, maar in wezen hebben alle acht hier verzamelde stukken iets lichts. Afwisselend gaat het hier om vocale concerten, aria's en cantates, al gebruikte Buxtehude die term niet. De bezetting vraagt om een tot drie zangers, strijkers en continuo en in het geval van Ich bin die Auferstehung zijn daar een zink, trompetten, dulciaan en een geïmproviseerde paukenpartij aan toegevoegd. Zoals al gezegd, alle muziek is tekstueel ernstig genoeg, maar muzikaal uiterst aansprekend. zonder het barokke woelen in emoties waar voorgangers als Schütz of Schein toe neigden. Stichtelijk vermaak voor Buxtehudes Abenmusiken kortom, en voortreffelijk uitgevoerd." (Paul Herruer)
Opname: 2006-2008
"Met dit deel rondt Ton Koopman met leden van het Amsterdam Baroque Orchestra het opnameproject van alle werken van Dieterich Buxtehude af. Ton Koopman wordt gezien als een gezaghebbende Buxtehude specialist. Op het eind van de zeventiende eeuw publiceerde Buxtehude twee sets instrumentale kamerwerken. Oorspronkelijk komt de sonatevorm uit Italie. Buxtehude gebruikt niet de gebruikelijke Italiaanse sonate, maar baseert zijn composties op de zogenaamde stylus fantasticus. In het boekje wordt uitgelegd wat deze stijl inhoudt. Prachtige kamermuziek, perfect uitgevoerd door de barokspecialisten van deze tijd." (Wil Zenhorst, Platomania) "Deze triosonates 1696, worden gekenmerkt door een enorme afwisseling in maatsoorten, tempi en toonsoorten. Buxtehude toont zich hier van zijn meest sprankelende kant. Koopman, Manson, Pandolfo en Fentross voeren ze met bijpassende energie en bewonderenswaardige finesse uit." (René de Cocq, Luister; waardering: 5 uit 5 sterren (!) voor uitvoering; 4 uit 5 voor registratie)
"In het 17de deel van Ton Koopmans integrale Buxtehude reeks overheersen de cantates naar koralen van Maarten Luther en navolgers. Laten we Buxtehudes cantate Fried- und Freudenreiche Hinfahrt (BuxWV.76) als voorbeeld nemen. Feitelijk gaat het hier om een viertal variaties over Luthers lied Mit Fried' und Freud' ich fahr dahin (naar de Bijbelse Lofzang van Simeon), direct gevolgd door een klaagzang. De sereen klinkende, maar contrapuntisch uiterst doorwrochte variaties had Buxtehude gecomponeerd ter nagedachtenis van zijn vader Johann Buxtehude. In de eerste publicatie werden deze variaties gevolgd door de voornoemde klaagzang, waarin Buxtehude de dood van zijn vader beweende aan de hand van een zelfgeschreven gedicht. (...) Koopman zegt over zijn eigen uitvoering: Luister enkel naar de klaagzang, hier voor het eerst opgenomen op de oorspronkelijk bedoelde toonhoogte. Is er iets mooiers denkbaar?" (HJ, Muziekweb)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.