Opname: 2007
Ernö Dohnányi (1877-1960) was een Hongaars pianist, dirigent, muziekpedagoog en componist. Voor de meeste van zijn composities gebruikte hij de Duitse vorm Ernst von Dohnanyi. De oorspronkelijke Hongaarse naamvolgorde is Dohnányi Ernö. (...) Dohnányi is misschien samen met Kreisler- de laatste romanticus van de 19e eeuw. Zijn stijl is diep geworteld in de Oostenrijk-Duitse traditie waar Brahms en Schumann de belangrijkste vertegenwoordigers van zijn. (...) Dohnányi's verdienste als componist is dat hij dat klassiek-romantische verleden waar hij een niet onbelangrijke pion van was, kon voortzetten in de 20ste eeuw. Zowel in zijn kamermuziek als in zijn orkestmuziek. Hij deed dit met elegantie, met humor en met een bepaalde stijlvirtuositeit. (...)
"A good coupling: just two years separate the two quartets. Two of the most tragic years of the world's history; yet, happily, this finds no reflection in the music. Nevertheless the two beautiful quartets are not especially similar; you would have to hunt hard for a bar of either which could have come from the other. Perhaps their greatest similarity is that received opinion tends to think both of something less than commanding stature in their respective composer's output. If the Brodsky Quartet, collectively, think this it would be very surprising: for of each of the quartets they give a superlatively idiomatic performance." (Gramophone)
"Het is een merkwaardige speling van het lot dat voor leven en werk van Joseph Martin Kraus (1756-1792) tegenwoordig vooral in Zweden aandacht bestaat. Dat heeft vooral te maken met het feit dat Kraus de laatste jaren van zijn leven in dienst van het Zweedse hof werkte en daar vooral indruk maakte met zijn opera Aeneas i Cartago. Kraus was echter afkomstig uit Duitsland en had daar ook zijn muzikale opleiding ontvangen. Bovendien kon Kraus op kosten van zijn Zweedse werkgever een lange studiereis maken naar Duitsland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk, zodat zijn muziek eerder de algemene Europese ontwikkelingen volgt, dan dat zij zich als voorloper van een Zweedse nationale muziek laat beschouwen. De hier opgenomen strijkkwartetten illustreren dat nader. Zij zijn vooral opmerkelijk door de experimentele eigenzinnigheid waarmee Kraus eigenschappen van Haydn en Gluck in zijn muziek verwerkte." (Muziekweb)
Gaetano Donizetti (1797-1848) dankt zijn faam en succes zeker aan zijn opera-output, maar weinigen weten dat hij ook een productief componist van strijkkwartetten was, en zeker de belangrijkste Italiaanse componist van het genre in de negentiende eeuw. Donizetti schreef tussen 1817 en 1836 maar liefst 18 complete kwartetten. Vanuit formeel, esthetisch oogpunt is Donizetti in alle opzichten een klassieke componist. De grote meesters vormden voor hem een referentiepunt, een model waarnaar hij kon verwijzen. Toch imiteerde hij hen nooit tout-court. De verschillen tussen Donizetti's compositiekeuzes en de Weense stijl zijn vrij duidelijk in formele structuur, verdeling van de partijen en muzikale kwaliteit. Dit kan worden toegeschreven aan zijn persoonlijke theatrale genie, in die mate dat men bijna echte Donizettian operascènes kan herkennen tussen de pagina's van deze kwartetten. (...) (brilliantclassics.com)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.