Drie jaar geleden stopte ik met werken. Vrijwilligerswerk op een kasteel leek me daarna wel leuk. Dat heb ik ook gedaan. Twee jaar lang was ik gastvrouw. Ik had het naar mijn zin, maar miste toch wat inhoud. Zo kwam ik bij De VoorleesExpress.
Ik heb aan twee gezinnen voorgelezen. Je maakt je er een voorstelling van: gezellig met de kinderen op de bank boekjes lezen. Maar als die de taal nog niet spreken, zoals bij mijn eerste gezin het geval was, is voorlezen lastig. Ze pakken het verhaal niet op, snappen de grapjes niet en eenvoudige boekjes zijn niet interessant. We keken dus plaatjes, maakten een memoryspel en ik kwam erachter dat ze puzzelboekjes leuk vonden. De moeder van het gezin ook. Zij ontwikkelde zich door de kinderen.
Taal verruimt je hele doen en laten. Het maakt je begrip voor de dingen groter, geeft je een plaats. Ik heb zelf ervaring met in het buitenland wonen en weet: zodra jij met hen de taal spreekt, hoor je er bij. Taal doet er toe om iemand te zijn.
Ik vind het gewoonweg heerlijk als kinderen of mensen zich ergens in kunnen verdiepen.
Het is in alle gezinnen natuurlijk niet zoals in je eigen gezin. Je komt altijd dingen tegen die je vanuit je eigen jeugd of wereld niet kent en waar je van kunt leren.
Wat me opvalt is dat de aandacht vaak uitgaat naar de kinderen. Die hebben een achterstand, dat is duidelijk. Maar soms denk ik weleens, er zou eens wat meer aandacht moeten zijn voor de ouders.
Het Glazen Huisje van Hanny Hoogland. Ik heb het nog steeds. Er is in gekleurd door mijn zusje. Als ik het boek zie liggen, dan kan ik nog denken: hoe kan je dát nou doen!